Gazon inzaaien: bodemanalyse
Een bodemanalyse is de beste start voor de aanleg van een gazon. De bodem- of grondanalyse geeft namelijk inzicht en richting aan het gazonplan. In dit artikel uitleg over de belangrijkste informatie die je als hovenier uit een bodemanalyse kunt halen voor het aanleggen of verbeteren van een gazon.
Dankzij de huidige analysetechnieken kunnen we tegenwoordig over allerlei gegevens beschikken. Dit geeft een bord vol informatie wat we kunnen gebruiken in het gazonplan. Je kunt niet op elke waarde of element bijsturen, maar het geeft een goede indruk of we problemen kunnen verwachten en in welke richting we de bodembewerking moeten doen. Dus of het nu gaat over bodemwaarden, voedingstoestand, structuur, bindingscapaciteit, bufferend vermogen; al deze informatie is voorhanden op een brede analyse.
De informatie die je uit een uitgebreide bodemanalyse kunt halen:
- Essentiele waarden als zuurgraad, organische stof en binding capaciteit(fysisch).
- Beschikbaarheid van mineralen en de verhouding tussen de mineralen(chemisch).
- Granulaire samenstelling, soort grond, textuur/structuur(fysisch).
1 van de pagina’s uit een uitgebreide bodemanalyse
pH onder de loep
De zuurgraad (pH) is een indicator in de bodem waar we vaak over spreken. De zuurgraad is een maat voor de concentratie van vrije waterstof (H+) ionen. Hoe meer van deze waterstofionen, hoe lager de pH. Een pH van zeven is neutraal. Wanneer de bodem pH lager is dan zeven dan is de bodem zuurder. Is de pH hoger dan zeven dan is de bodem meer basisch. Het waterstofion (H+) is geen voeding-mineraal maar een mineraal dat “uitgewisseld” wordt door de plant om de pH te reguleren en voedingsmineralen op te nemen.
Wat is nu de invloed van pH op het gazon? De pH stuurt voor een groot gedeelte hoe de voedingsmineralen en het bodemleven die in de bodem zitten zich zullen gedragen. Bij een bepaalde zuurgraad vormen sommige mineralen verbindingen met elkaar die niet opneembaar zijn voor de graswortel. De elementen zitten dus nog wel in de grond, maar zijn nauwelijks beschikbaar voor de graswortel. De pH heeft een groot effect op de chemische vorm van de mineralen verbindingen met elkaar en het omzetten daarvan en op de bodemactiviteit van schimmels en bacteriën. Een te hoge of te lage pH kan daarom leiden tot stress van het gras en groeistoornissen in het gazon.
Er bestaan 2 methoden om de pH-waarden te bepalen: pH-water (H2O) en pH-kaliumchloride (KCL). Bij pH-water worden de vrije waterstofionen gemeten maar niet de gebonden waterstofionen. Kaliumchloride maakt de gebonden waterstofionen wel los. De waarde kan verschillen tussen de 0,3 en 1,1 eenheden. Klei en organische stof (humus) hebben het vermogen waterstofionen te binden en uit te wisselen.
Naast het vermogen van klei en humus deeltjes om waterstof te binden is de pH ook sterk afhankelijk van de grondsoort.
Streefwaarde: pH(KCL)
Zand zandleem leem klei
5,2-5,6 6,2-6,6 6,7-7,3 7,2-7,7
Kalk en pH
Bij groei van het gazon daalt de zuurgraad van de bodem gestaag door de processen tussen graswortels en de bodem. Door kalk te strooien veroorzaken we een reactie in de bodem, namelijk binding van vrije waterstofionen. Dit brengt de zuurgraad weer iets omhoog. Meestal is een gazon gebaat bij een onderhoudskalkgift in de wintermaanden. Deze kalkgift zorgt ervoor dat de zuurgraad stabiel blijft. Of als de zuurgraad te laag is volgens de bodemanalyse dan kan men door een kalk gift de pH omhoog brengen. Kalk verbetert bovendien de bodemstructuur.
Richtlijn onderhoudsgift kalk: 4 tot 8 kg per 100 m².
Organische stof
Organische stof is de brandstof voor het bodemleven, dus zeer belangrijk. Bodemleven heeft grote invloed op de bouw van stabiele organische stof, genaamd humus, het bouwen van structuur en het vrij maken van voedingsstoffen. Bodemleven bestaat o.a. uit bacteriën, schimmels, aaltjes, mijten en wormen. Een goed niveau van organische stof geeft een goed bodemleven en een goede bodemkwaliteit.
Een van de belangrijkste bestanddelen van een bodem is dus organische stof. Een bodem met voldoende organische stof is minder droogtegevoelig en kan voedingsstoffen en water aan zich binden. Organische stof kan ook de bewerkbaarheid van de bodem verbeteren.
- Bij kleigrond en zavel zorgt organische stof voor een betere lucht- en waterhuishouding en bewerkbaarheid. De grond wordt minder slempgevoelig.
- Bij zandgrond zorgt organische stof voor meer beschikbaar vocht , een mindere droogtegevoeligheid en beter vasthouden van voedingsmineralen.
Op een uitgebreide bodemanalyse is de organische stofbalans van de bodem in beeld gebracht
Goede groei van een gazon is gebaat bij een goede bodemstructuur. Een gezond groeiend gazon stimuleert het bodemleven. Het bodemleven zorgt ervoor dat afgestorven graswortels en plantresten weer worden omgezet in bruikbare mineralen voor de grasplant.
Een veelgebruikte stelregel is een jaarlijkse organische stof afbraak van 2%. In gazons ligt dat anders: door afstervende wortels en grasresten zal het organische stofgehalte stabiel blijven en mogelijk zelfs langzaam stijgen in de loop der jaren.
Het streefgetal organische stof zit tussen de 3% en 6%. Gaat het in de richting van 3 dan noemen we dat matig humeus, richting de 6 humeus.
Als we organische stof gaan toevoegen in de toplaag dan is de hoeveelheid en kwaliteit van groot belang. Voeg niet meer dan 10% toe van de te bewerken toplaag. Dus gaan we de toplaag 30 cm bewerken, dan niet meer dan 3 cm organisch materiaal toevoegen.
CEC Binding capaciteit
CEC is de uitwisselingcapaciteit van de positief geladen mineralen (Cation Exchange Capacity). Organisch materiaal (humus) en kleideeltjes in de bodem zijn voor het grootste gedeelte negatief geladen. Ook plantenwortels hebben het vermogen negatief geladen te zijn. Positief en negatief trekken elkaar aan. Met andere woorden, positief geladen mineralen worden op deze manier vastgehouden in de bodem. Ook is er een verband tussen de zuurgraad van de bodem en het vermogen mineralen uit te wisselen. De zuurgraad heeft invloed op hoe sterk bepaalde positieve mineralen zijn gebonden t.o.v. andere positieve mineralen. Zijn ze sterker gebonden dan zijn ze ook moeilijker uitwisselbaar. Hoe meer positieve mineralen gebonden zijn, des te hoger de CEC.
Je zou kunnen zeggen hoe hoger de CEC, hoe hoger de beschikbaarheid van voedingsstoffen voor het gazon. Klei en organisch materiaal hebben een groter vermogen mineralen te binden.
Bodemsoort CEC waarde
Zand 3-5
Leem 10-15
Siltig leem 15-25
Kleileem en Klei 20-50
Organische bodem 50-100
Beschikbaarheid mineralen en verhoudingen onderling
Een mooi gazon heeft voeding mineralen(stoffen) nodig om zich goed te kunnen ontwikkelen. Er zijn voedingsmineralen waar er meer van nodig zijn (hoofdelementen) en waar er minder van nodig zijn (sporenelementen). Alle mineralen zijn essentieel. Een tekort of overmaat van een bepaald element kan gevolgen hebben voor de grasgroei en grasgezondheid.
De grasgroei en grasgezondheid wordt bepaald door het voedingsmineraal waar relatief een tekort aan is.
Op een brede analyse krijg je een indruk van de beschikbaarheid van hoofdelementen en sporenelementen. Elementen kunnen elkaar versterken en elkaar tegenwerken. De zuurgraad is ook van invloed op deze werkingen.
Bij een scheve verhouding tussen bepaalde elementen, of bij tekorten of overvloeden kunnen we hier door sturen in de voeding invloed op uitoefenen.
Hoofdelementen bepaald op de analyse; Stikstof, Zwavel, Fosfaat, Kalium, Calcium, Magnesium. Sporenelementen bepaald op de analyse; Silicium, Ijzer, Zink, Mangaan, Koper, Kobalt, Borium, Molybdeen, Selenium.
De balken structuur op de analyse geeft een snelle indruk over de hoeveelheden:
Er zijn 3 hoofdelementen die we niet kunnen brengen door te strooien, maar waar de structuur van onze toplaag een grote invloed op heeft: het uitwisselen van zuurstof (0²), koolstof (CO²) en water (H²O). Alle 3 de elementen zijn essentieel voor een goede grasgroei maar zien we niet als zodanig op de analyse.
Structuur van de bodem
In elke bodem zitten poriën tussen de vaste delen van de grond. Deze poriën zijn belangrijk voor de uitwisseling van lucht en water tussen de bodem en de lucht daarboven. Een goede verdeling tussen poriën, gronddeeltjes en water bevorderen een goede gras/wortelgroei. Op de analyse kunnen we de fysische structuur van de bodem aflezen. Dit geeft een goed beeld hoe het is gesteld met de structuur. Het ligt voor de hand dat we bij een goede of optimale structuur geen overbodige bewerkingen of belasting op de toplaag uitvoeren. Bij een matige of slechte structuur kunnen we bepalen of er met bewerkingen of aanvoeren van organisch materiaal en verbetering is uit te voeren. Lees hier meer over bodemverbetering bij het gazon >