Gazon inzaaien: grasmengsels, techniek en zaadhoeveelheid
Bij het inzaaien van een gazon gaat het na de grondbewerking om een juist gebruik van grasmengsels, zaaitechniek en zaadhoeveelheid.
Om jaarrond een mooi beeld te krijgen op het gazon werken we met grasmengsels. De verschillende grassoorten en -rassen in een mengsel vullen elkaar aan in eigenschappen als onder andere wintervastheid en tolerantie voor droogte en schaduw.
Voor een hovenier die een particuliere tuin aanlegt is het belangrijk een gazonmengsel te kiezen, ongeacht of de belasting in de tuin hoog of laag is. Binnen de gazonmengsels voor de particuliere tuin kun je in de mengselkeuze een onderscheid maken tussen siergazon, schaduwgazon en speel-/recreatiegazon. De verhoudingen van de grassoorten verschuiven in de mengsels afhankelijk van de toepassing.
Meerdere grassoorten geven zekerheid
Kies je voor een mengsel met overwegend slechts 1 of 2 soorten, dan presteert het mengsel waarschijnlijk goed in een bepaalde periode van het jaar, maar niet in andere perioden. Het gazon staat dan bijvoorbeeld open of blijft niet mooi op kleur. Een uitgebreider grasmengsel met meerdere grassoorten geeft daarom meer zekerheid. Lees hier meer over de grasmengselkeuze >
Op het NAK-label staan de grassoorten in het grasmengsel vermeld
Gewicht van graszaden
Goed is te realiseren dat niet iedere graszaad van een grassoort even zwaar en groot is. Heb je een grasmengsel voor gazons met van iedere soort 25% (gewicht procenten) in het mengsel wil dat nog niet zeggen dat er van ieder soort evenveel zaden aanwezig zijn. Graszaadmengsels zijn evenwichtig samengesteld voor de toepassing die op de verpakking vermeld is. Globaal zaaien we 35.000 tot 45.000 zaden per vierkante meter bij een gazon inzaai.
Richtlijn zaadgewichten:
Zaadgewicht veldbeemdgras t.o.v. Engels raaigras 5:1.
Zaadgewicht veldbeemdgras t.o.v. roodzwenkgras 3:1.
Zaadgewicht roodzwenkgras t.o.v. Engels raaigras 2:1.
Engels raaigras (links) en veldbeemdgras (rechts)
Hoe inzaaien?
Je kan een gazon inzaaien met de hand of aangedreven handzaaiers, aangedreven zaaibakken(droppers of spreaders) die je duwt, getrokken aangedreven zaaimachines of zelfrijdende zaaimachines. De aangedreven zaaimachines hebben vaak de combinatie van rotorkop/schuifeg, zaadbak en aandrukrol.
Het zaaigedeelte kan opgebouwd zijn uit luchtondersteuning met zakpijpen en ketsplaat of zaaibak met nokkenas/nokkenrad die het zaad verdeelt over de gehele breedte van de zaaibak of met zakpijpjes op ketsplaten laat vallen.
Welke aandruk rol je gebruikt is afhankelijk van de grondsoort waarin je zaait en de omstandigheden (hoe nat is de grond). De rol mag niet aanladen en slepen over het zaaibed. Zo zijn er dichte rollen, buizen/spijlen rollen, cambridge rollen, nokken rollen, ruiten rollen e.d. Belangrijk is dat je de rol afhankelijk van de weersomstandigheden en de grond meer of minder kan laten drukken.
Voorbereiden zaaibed
Het belangrijkste van zaaien is het voorbereiden van het zaaibed. Het oppervlak moet mooi geëgaliseerd zijn en indien nodig een beetje in profiel liggen zodat er geen water op blijft staan. De grond moet mooi verkruimeld liggen waar het zaad tussen kan vallen. Aandrukken bevordert de kieming omdat het zaad beter in contact komt met de grond. Het zaad ligt dan oppervlakkig in de grond en niet allemaal naakt boven op de grond. Het zaad ligt niet te diep en heeft goed contact met de grond. Dit geeft het beste kiemresultaat.
Let op een; een aangedreven zaaimachine is niet bedoeld om een zaaibed te maken!
Hoeveel graszaad gebruik ik?
De overeenkomst van alle aangedreven zaaimethoden is dat je ze kunt afstellen. De hoeveelheid graszaad die je gebruikt is afhankelijk van de voorbereiding, de weersomstandigheden en de zaaimethode. Op een een mooi kruimelig, geëgaliseerd zaaibed kan je bijvoorbeeld met wat minder graszaad toe dan op een grof/klonterig ongelijk zaaibed. In het tweede geval komt een gedeelte van het zaad namelijk dieper te liggen, waardoor er wat meer verlies van graszaad optreedt. Ook de zaaiperiode is van invloed op de hoeveelheid graszaad. Hoe gunstiger de omstandigheden, hoe meer zaad er kiemt. Houd als richtlijn aan : Met inzaaien gebruiken we tussen de 2,5 en 3,5 kg per are (1 are=100m²).